Nu de lessen weer langzaamaan gaan beginnen kost het veel instructeurs hoofdbrekens om leuke, uitdagende lessen te maken binnen de 1,5 meter richtlijnen. Veel instructeurs worstelen. Want al jaaaaren worden de lessen op veelal dezelfde wijze gegeven. Nu wordt je gedwongen om out-of-the-box te werken, en dat blijkt voor velen nog knap lastig. Laat mij je helpen om uit je comfortzone te stappen.
Dat spelletjes je lessen leuker maken weten we allemaal wel. Maar hoe zet je die spelletjes in én houdt je de 1,5 meter afstand aan? Genoeg instructeurs vervallen al snel in doceren. En dat is jammer, want doceren is de minst actieve werkvorm voor jouw cursisten. Zij zitten… jij verteld… en ondertussen dwalen de gedachten van je cursisten af naar to-do lijstjes van het werk of thuis. Slechts 10% van wat men hoort wordt opgeslagen in je brein, doceren is dus niet de beste werkvorm als je mensen echt wat wilt leren.
Nou worden er gelukkig steeds meer en vaker spelletjes ingezet om lessen actiever te maken. ZIEN, DOEN en OVERLEGGEN maken dat je veel beter informatie onthoudt. Maar hoe doe je dat dan met in acht neming van de 1,5 meter afstand? Daarvoor is het nodig dat je de huidige spelletjes op een andere manier inzet. Neem bijvoorbeeld de Domino-spelletjes. Domino’s zijn over het algemeen de meest bekende spelletjes om in te zetten in je lessen. Bijna iedereen heeft wel een al dan niet zelf gemaakt dominospel. Om een domino in zijn originele vorm te spelen zitten je cursisten heel dicht met hun hoofden bij elkaar, want ze moeten de kaartjes allemaal kunnen lezen. En juist dat kan nu niet… 🙁
In het (basis)onderwijs is het spelletje “ik heb…wie heeft…” een bekende werkvorm om geleerde content te oefenen. Een spelletje waarbij IEDEREEN BETROKKEN is en die prima met een domino te doen is. Hoe werkt het:
- Verdeel alle kaartjes van 1 dominospel over alle cursisten
Eventueel kun je voorafgaande aan de les de kaartjes al verdelen en in enveloppen doen, dan hoef je alleen de enveloppen nog uit te delen. Dit kan uiteraard alleen als je van tevoren weet hoeveel personen er komen - ALLE kaartjes moeten verdeeld worden en ALLE cursisten moeten kaartjes hebben
Het is niet erg als de een een kaartje meer of minder heeft - Degene met het kaartje waar “start” op staat begint
Eventueel kun je het startkaartje (en/of het eindkaartje) ook voor jezelf houden, dan start jij het spel op - Hij gaat staan leest voor wat er op zijn kaartje staat (en gaat weer zitten)
- De cursist die de zin kan afmaken gaat staan en leest zijn kaartje voor (en gaat weer zitten)
- En zo gaat het door totdat alle kaartjes geweest zijn
- Wanneer meerdere cursisten tegelijk gaan staan omdat hun kaartje aan lijkt te sluiten op het vorige kaartje dan is dat uiteraard een fantastische mogelijkheid voor een onderwijsleergesprek
Omdat de domino’s van Punt5 altijd een logisch verhaal vormen van begin tot eind, heb je aan het eind van deze spelvorm het hele onderwerp gehad. AL je cursisten zijn de HELE TIJD druk aan het nadenken geweest, want ze moeten continue opletten of zij niet een kaartje hebben die aansluit bij het vorige. Daar waar nodig heb jij voor verdieping kunnen zorgen door extra uit te leggen. Na afloop hoef je dus alleen nog de praktijkonderdelen te oefenen.
Kijk hier voor welke onderwerpen Punt5 al een domino heeft.
Vond je dit een goede speltip? Heb je zelf ook nog een tip om Domino’s op een andere manier in te zetten zodat de 1,5 meter in acht genomen kan worden? Laat jouw tip achter in een comment op deze blog en laat zo andere instructeurs meeleren van jouw ervaring.